wandel ik door polders
het zesde jaar
bezie zo alles om me heen
kijk soms vooruit de verte in
maar meestal kijkt mijn oog
naar dichterbij
en ziet de platgetrapte schelpjes
onder mijn voeten en de
geknakte stengels, sprietjes
langs het schelpenpad
van strand naar polder
grappig
denk ik
maar verder denk ik niet
zoveel meer
ik loop - en kijk - en ben zo blij
dat het weer maart is
en alles het nog doet
ik adem bellen lente in
in mijn binnenin
start iets nieuws
begin
weer overal zin in
te krijgen.