Ze lachte
en haar glimmende tanden
weerspiegelden
mijn gezicht
ik knipte
net iets uit de krant
keek op
en deed haar lichtjes aan
de koffie
dampte en ik zag
het groen papiertje van
froufrou
of café noir, het tafelkleed
van gehaakt plastic, mijn moeder
die zei
dat de tijd het me leren zou
achteraf
niet genoeg
niet genoeg
zaken
gedaan die nu
geen keer
meer nemen
in het
café verstomden de geluiden
en één
ding wist ik zeker toen haar ogen
snel over mijn vluchtigste letters vlogen
snel over mijn vluchtigste letters vlogen
Dit gedicht heb ik geschreven tijdens de cursus 'Dichten voor gevorderden' die ik volg bij SKVR Rotterdam. Inspiratie voor het gedicht heb ik gevonden in het gedicht van Menno Wigman 'De glazenwasser'.