donkere rivier vol woelig water
waar ik duizend keren langsreed
over de kronkel-slinger-IJsseldijk
van woonwijk naar woonwijk
zonder echt te kijken
ik was fietsers aan 't ontwijken
soms keek ik wél,
naar zomerbootjes met hun blote basten,
vlaggen, waterscooters, -skiërs
naar winterschotsen met hun witte punten,
vastgevroren op 't zwarte waterdiep
ze trekken aandacht die mij eerst ontliep
eens gaf hij magisch licht in januari
het zwarte water vlamde op
verwondering in notendop
op m'n nietige fietsje
met het pontje overvaren
wij kleine mensjes, ervaren
plots z'n macht, z'n kracht
z'n grootte, z'n breedte, z'n rust
van een ander universum bewust
wat is de IJssel verder nog voor mij
meer dan gewoon het water dat er altijd is,
is er meer betekenis?
ik denk ineens weer aan mijn wonder:
hij stroomt voor altijd door het paspoort
van een dochter en een zoon!
geboren aan de IJssel
bijzonder en gewoon
Nu ik polderdichter ben wordt mij regelmatig gevraagd een gedicht over de rivier De IJssel te schrijven. Eigenlijk heb ik er niet zoveel mee, dacht ik.
Totdat ik er wat beter over ging nadenken. Dit gedicht geeft weer wat ik met de IJssel 'heb'.